Skip to content
ICT Fusion Knowledgebase

Scrum in de praktijk

Scrum is een manier van werken die helpt om in teams gestructureerd, transparant en effectief samen te werken. Binnen HBO-ICT gebruiken we Scrum om studenten te leren hoe ze iteratief en incrementeel resultaat opleveren. Dit document geeft je een overzicht van de belangrijkste onderdelen, zodat je ze kunt herkennen en toepassen.

Scrum waarden

Scrum kent vijf kernwaarden:

  • Commitment – je spreekt af dat je je inzet voor het team en de doelen.
  • Moed – je durft fouten toe te geven en moeilijke keuzes te maken.
  • Focus – je concentreert je op het werk dat belangrijk is voor de sprint.
  • Openness – je bent open over problemen, voortgang en samenwerking.
  • Respect – je hebt waardering voor elkaar en elkaars bijdrage.
graph TD
A[Scrum waarden] --> B[Commitment]
A --> C[Moed]
A --> D[Focus]
A --> E[Openness]
A --> F[Respect]

Belangrijkste gebeurtenissen (Events)

Scrum kent een aantal vaste gebeurtenissen die steeds terugkomen:

  • Sprint Planning – team kiest het werk voor de komende sprint.
  • Daily Scrum – korte dagelijkse afstemming (15 min): wat heb je gedaan, wat ga je doen, wat belemmert je?
  • Sprint Review – je laat het gemaakte werk zien en verzamelt feedback.
  • Sprint Retrospective – reflectie op samenwerking en proces: wat ging goed, wat kan beter?
graph LR
Start[Sprint Start] --> Planning[Sprint Planning]
Planning --> Daily[Dagelijks: Daily Scrum]
Daily --> Review[Sprint Review]
Review --> Retro[Sprint Retrospective]
Retro --> End[Sprint Einde]
End -->|Volgende iteratie| Start

Een sprint duurt maximaal 4 weken, maar meestal 2–3 weken. Belangrijk is dat de duur altijd gelijk blijft.

Scrum Artefacten

In Scrum werken we met drie artefacten (hulpmiddelen):

  • Product Backlog – geordende lijst met alles wat nodig is voor het product.
  • Sprint Backlog – de selectie uit de product backlog voor deze sprint.
  • Increment – het resultaat van de sprint, bruikbaar en volgens de Definition of Done.

Rollen binnen Scrum

  • Product Owner – verantwoordelijk voor de waarde van het product, schrijft en beheert de backlog-items.
  • Scrum Master – helpt het team Scrum goed toe te passen, lost belemmeringen mee op.
  • Development Team – maakt het product, zelforganiserend, multidisciplinair.

Samenwerken en leren

In het HBO-ICT leerproces gaat Scrum vooral over samenwerken en reflecteren. Belangrijke aspecten:

  • Feedback – tijdens reviews laat je je werk zien en ontvang je kritiek of suggesties.
  • Openheid – als je vastloopt, deel dit met je team.
  • Respect – ook als iets niet lukt, waardeer je de inzet van teamleden.
  • Moed – fouten toegeven tijdens een presentatie is een teken van kracht, niet van zwakte.

Veelgemaakte valkuilen

  • Alleen code tonen in de review in plaats van bruikbaar resultaat.
  • Taken niet afmaken en zeggen dat ze ‘bijna klaar’ zijn.
  • Geen hulp durven vragen.
  • De Definition of Done niet afspreken, waardoor onduidelijk is wanneer iets ‘af’ is.
  • Sprint te vol plannen, zonder ruimte voor testen en onverwachte problemen.

Begrippenlijst

  • Scrum waarden – Commitment, Moed, Focus, Openness, Respect
  • Sprint – tijdsblok van maximaal 4 weken waarin werk wordt uitgevoerd
  • Sprint Planning – plannen van werk voor de sprint
  • Daily Scrum – dagelijkse korte afstemming
  • Sprint Review – werk tonen en feedback ontvangen
  • Sprint Retrospective – reflecteren en verbeteren
  • Product Backlog – geordende lijst van alles wat nodig is voor het product
  • Sprint Backlog – takenlijst voor de sprint
  • Increment – resultaat van een sprint
  • Definition of Done – criteria waaraan een increment moet voldoen
  • Product Owner – verantwoordelijk voor waarde en backlog
  • Scrum Master – procesbegeleider
  • Development Team – het team dat het werk uitvoert
  • User Story – korte beschrijving van een behoefte vanuit de gebruiker
  • Impediment – belemmering die voortgang hindert